Buiten onze atmosfeer moet er nog leven worden gevonden, maar hier op aarde is het in overvloed. Voor nu. Terwijl het aantal mensen en de gebruikte landbouwgrond stijgt, krimpt de hoeveelheid wilde dieren op aarde. Dat verlies van biomassa tast ecosystemen die niet meer terugkomen als ze zijn verdwenen.
Een van de manieren om dit weer te geven is om de hoeveelheid biomassa te meten. Hoeveel kilogram dier is er? Als dit wordt gemeten van alle zoogdieren, ziet dat er zo uit:
Bron. Dat het bijzonder voor je is als je een hert ziet, komt dus niet alleen doordat je in de stad woont, relatief gezien zijn er niet zoveel.
Recente schattingen laten zien dat de biomassa van wilde zoogdieren sterk is afgenomen. Analyses die de ontwikkeling van zoogdierbiomassa sinds midden 19e eeuw bekijken, vinden dat de totale biomassa van wilde zoogdieren met tientallen procenten is gekrompen. Hierin zijn duidelijke verliespatronen in zowel land- als mariene systemen te zien. Deze cijfers komen uit mondiale onderzoeken. Het is dus geen lokaal, maar een wereldwijd fenomeen. Hieronder zie je de trend van de afname van wilde dieren.
Bron. Moby Dick is dood
Helaas is deze trend niet alleen bij zoogdieren te zien en is ook niet gelijk verdeeld over alle diersoorten. Met sommige gaat het slechter dan andere. Tropische regio’s en zoetwatersystemen laten de sterkste dalingen zien. Living Planet-analyses laten zien dat de omvang van onderzochte populaties in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied tussen 1970 en recent relatief het meest gedaald zijn. In sommige gevallen tot boven de 90% voor onderzochte groepen. Wereldwijd valt de zoetwaterfauna extreem terug. Grote landdieren (bijv. grote hoefdieren en grote carnivoren) en veel zoetwatersoorten behoren tot de sterkst getroffen groepen, terwijl sommige kleine en generalistische soorten minder sterk teruglopen of lokaal profiteren van verstoring. Zie het onderzoek van World Wildlife Fund
Tegelijkertijd is de biomassa en productie van gedomesticeerde dieren explosief gegroeid. Overzichten van de globale biomassa laten zien dat het totaalgewicht van landbouwdieren (vee) de biomassa van wilde zoogdieren verre overtreft. In de afgelopen decennia is de hoeveelheid vee sterk toegenomen. Hiervoor heeft moeras plaats gemaakt voor weidegrond, bosgebied voor soja plantages. Deze landgebruik veranderingen zorgen voor ‘vervanging’ van wilde fauna door vee. Ook intensivering en de gevolgen van klimaatverandering zijn factoren die de neerwaartse trend in wilde biomassa deels verklaren.
De cijfers laten een duidelijk patroon zien: waar menselijke voedselproductie, veehouderij en landgebruik uitbreiden, krimpt de massa van het wild in zowel absolute als functionele zin. Dit heeft gevolgen voor weerbaarheid en ecosysteemdiensten. Oplossingen vereisen integraal beleid: minder en slimmer landgebruik, herstel van habitats, extensivering en diervriendelijke productiesystemen, en beschermde gebieden die echt ruimte geven aan wilde biomassa om te herstellen.